Menu
Teleurstellend dat er geen vooruitgang te merken is in Polen en Hongarije

Teleurstellend dat er geen vooruitgang te merken is in Polen en Hongarije

Justitie
3 min. leestijd

Op donderdag 16 januari heeft het Europees Parlement met een resolutie over artikel 7 procedure nogmaals benadrukt dat de ernstige inbreuken op de EU-basiswaarden in Hongarije en Polen, onder meer wat betreft justitiële onafhankelijkheid en vrijheid van meningsuiting, moeten verder onderzocht worden. De resolutie werd goedgekeurd met 446 stemmen voor, 178 tegen en 41 onthoudingen.

Europarlementslid Kris Peeters (CD&V): “De Unie berust op waarden zoals vrijheid, democratie, gelijkheid, eerbiediging van de mensenrechten en zeker ook een onafhankelijke rechtsstaat. Als we dat niet beschermen, zijn de verdragen van de EU niet meer dan mooie woorden op een stukje papier. Zonder onafhankelijke rechters krijg je geen rechtvaardigheid rechtspraak. De situatie in Polen en Hongarije kan niet door de beugel en moet rechtgezet worden.”

“Het is bijzonder teleurstellend de hoorzittingen nog niet hebben geleid tot aanzienlijke vooruitgang van Polen en Hongarije bij het wegnemen van de duidelijke gevaren voor een ernstige schendingen van onze basiswaarden. Dit toont de dringende noodzaak van een permanente en systematische controle van het respect voor democratie en de rechtsstaat bij alle lidstaten” vervolgt Peeters.

De procedure beroept zich op overtredingen van artikel 2 van het verdrag betreffende de Europese Unie: “De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.”

Artikel 7-procedure

De artikel 7-procedure voor de bescherming van EU-waarden is in 1997 in het Verdrag van Amsterdam ingevoerd. Het omvat twee mechanismen: voor preventieve maatregelen, als er een duidelijk risico bestaat dat de EU-waarden worden geschonden en sancties, als een dergelijke schending al heeft plaatsgevonden. Mogelijke sancties tegen het betreffende EU-land zijn niet duidelijk vastgelegd in de EU-verdragen, maar kunnen het opschorten van het stemrecht in de Raad en de Europese Raad omvatten.

Bij beide mechanismen moet de eindbeslissing worden genomen door de vertegenwoordigers van de lidstaten in de Raad, maar de drempels om tot een besluit te komen, zijn verschillend. In het preventieve mechanisme is voor een besluit in de Raad een meerderheid van vier vijfde van de lidstaten vereist, terwijl voor het vaststellen van het bestaan ​​van een schending, eenparigheid van stemmen tussen de staatshoofden en regeringsleiders van de EU vereist is. De betrokken lidstaat neemt niet deel aan beide stemmingen.

Meest gelezen
© 2024 Kris Peeters